Borellia
De verwekker van deze ziekte is de bacterie Borrelia burgdorferi. In Nederland is ongeveer 30% van de teken besmet met deze bacterie. Zowel onze huisdieren als wij zelf kunnen besmet raken. Besmetting openbaart zich in eerste instantie vaak (niet altijd) door een rode ringvormige plek op de plaats van de tekenbeet. Snelle behandeling met antibiotica kan in dit geval verdere problemen voorkomen.
Als er niet tijdig behandeld wordt kan de aandoening zich verder verspreiden door het lichaam. De infectie met Borrelia gaat meestal gepaard met koorts en kreupelheid. De kreupelheid kan wisselen van poot. Ook kunnen er leverklachten optreden, vooral bij oudere honden. De bacterie wordt via de nieren geëlimineerd uit het lichaam, waardoor er ook nierproblemen op kunnen treden bij een aanhoudende infectie.
Anaplasmose
Anaplasma phagocytophilum veroorzaakt granulocytaire anaplasmose en wordt overgedragen door Ixodes teken. Deze infectie komt voor bij herkauwers en honden, bij de mens en is recent ook bij paarden vastgesteld. Anaplasmose is nog maar kort geleden vastgesteld in Nederland en geeft een ziektebeeld met koorts, een gebrek aan eetlust, lichte bloedarmoede, sloomheid, spierpijn. De Anaplasma-bacteriën bevinden zich in granulocyten (bloedcellen) en delen zich daar. Infectie bij de hond veroorzaakt een thrombocyto-penie (tekort aan stollingsbloedcellen), waardoor ernstige bloedingen kunnen ontstaan. Hierbij kan ook pijn aan spieren en gewrichten ontstaan, waardoor de hond kreupel gaat lopen.
Deze infectie veroorzaakt eveneens koorts en in het uiterste geval kan de hond sterven, als gevolg van shock door pijn en anemie (tekort aan bloed). Anaplasmose wordt gediagnosticeerd door detectie van het DNA van de bacterie. Het bloed kan bovendien onder de microscoop onderzocht worden op de aanwezigheid van de bacteriën in de bloedcellen.
Babesiose
Babesiose wordt veroorzaakt door het eencellige organisme (protozo), babesia canis. Deze organismen leven in de rode bloedcellen. Babesiose wordt overgedragen door besmette teken. Lang niet alle tekensoorten zijn geschikt voor het overbrengen van Babesiose. In Europa is maar 1 tekensoort bekend die als overbrenger kan fungeren. Deze teek heet Dermacentor Reticularis. De teek kon voorheen in Nederland niet overleven. Maar door de zachtere winters is hij tegenwoordig wel al in Nederland gesignaleerd. Een teek besmet zich door bloed te zuigen bij een besmette hond. Als zo’n teek vervolgens op een niet besmette hond terecht komt, kan deze hond geïnfecteerd raken. Voor de goede orde, babesiose kan niet worden overgedragen op mensen.
Verloop van de ziekte
Vanaf het moment dat een teek begint met drinken duurt het ongeveer 3 dagen voordat de ziektekiemen worden overgedragen op de hond. De ziektekiemen dringen door in de rode bloedcellen en gaan zich daar vermenigvuldigen, dit zorgt ervoor dat de rode bloedcellen openbarsten. Voor de eerste symptomen optreden duurt dit 10-20 dagen. Honden, die geboren zijn in streken waar de ziekte vaak voorkomt, kunnen jarenlang besmet zijn zonder ziek te zijn, omdat ze een bepaalde immuniteit hebben opgebouwd door de generaties heen. Toch kan ook bij deze honden de ziekte zich ooit openbaren.
Symptomen
Een groot aantal verschillende symptomen kan optreden. Het zich in de huid vastzetten van de teek geeft vaak jeuk en irritatie. Zelfs na het loslaten van de teek kan er zich gedurende enige tijd een verdikking en ontsteking van de huid voordoen. Verder hebben honden met Babesiose vaak koorts, een slechte eetlust en kunnen ze last hebben van braken. De slijmvliezen zijn bleek, maar soms zijn ze ook geel van kleur.
Een van de meest opvallende symptomen is sterk rood verkleurde urine. Dit komt, omdat de bloedkleurstof, die normaal in rode bloedcellen zit, door het kapot gaan van die cellen in het bloed komt. Deze kleurstof wordt vervolgens door de nieren uitgescheiden en komt in de urine terecht. Als de ziekte wat langer duurt kan een dier in shock raken. Ook al is er veel ophef over de ziekte, de ziekte zelf is niet altijd dodelijk. Veel honden overleven de ziekte, echter niet allemaal. Als de hond de ziekte overleeft blijven er helaas vaak chronische verschijnselen bestaan voor de rest van zijn/haar leven. Deze chronische verschijnselen kunnen zijn: een verhoogde hartslag, opgezette lymfeklieren, een vergrootte milt, onderhuidse bloedingen en bloedarmoede, geelzucht, zweren in de bek en/of ademhalingsproblemen (ook hoesten).
Helaas overlijden daardoor veel honden later alsnog.
Behandeling
Voor de behandeling wordt genoemd: Injectie van Imizol en indien nodig infuus of bloedtransfusie. En Imidocarb dipropionaat (Carbedia®) Wij hebben echter geen ervaring met de behandeling van deze ziekte dus voor een juiste behandeling dient u contact op te nemen met uw dierenarts.
Preventie
Er zijn verschillende mogelijkheden om Babesiose te voorkomen. Zoals eerder vermeld wordt de ziekte pas overgedragen na de derde dag dat de teek op de gastheer bivakkeert. Door voor een goede teken bestrijding te zorgen overleeft de teek die drie dagen niet en draagt de ziekte dus ook niet over. Wij adviseren hiervoor een goede tekenband.
Ook is het mogelijk de hond preventief tegen Babesiose te behandelen alvorens af te reizen naar een risico-gebied. Deze bescherming duurt ongeveer 4 weken. Nadeel van deze methode is dat de medicijnen voor Babesiose wel wat bijwerkingen kunnen hebben.
Als derde mogelijkheid bestaat er een inenting tegen Babesiose. Deze enting is relatief duur en biedt maar gedurende een paar weken een gedeeltelijke bescherming. Dit lijkt dus geen erg reële methode.
Helaas zijn de Spaanse jagers niet zo aardig dat ze de honden preventief behandelen of een tekenband omdoen. Dus oplettendheid is altijd belangrijk.
Bij twijfel of klachten altijd contact opnemen met de dierenarts.